reinigen, schoonmaken, gedijen, kuisen, lappen,...

aangaan, balderen, uiten, wassen, gedijen, blèren,...

gedijen, tieren, pronken, bloeien

gedijen, blijven hangen, aanhouden, duren, standhouden,...

rijpen, leven, wassen, gedijen, stijgen, tieren,...

gedijen, tieren

wassen, toenemen, uitbreiden, ophopen, aanwassen,...

groeien, vermeerderen, toenemen, uitbreiden, ophopen,...

toenemen, aandammen, verwekken, aangroeien, aanwassen,...

groeien, vermeerderen, uitzetten, toenemen, aangroeien,...

groeien, aanpassing, aanpassen, wennen, gewennen,...

welvaren, floreren, prospereren, gedijen, schieten,...

stijgen, hellen, rijzen, klimmen, aangroeien,...

opstoken, versieren, beginnen, ondernemen, opslaan,...

wassen, omhooggaan, opklimmen, omhoog gaan, klimmen,...

groeien, groei, heviger worden, talrijker worden,...