strop, streng, tali (Indonesisch), eind touw, pees,...

woekeraar, potschrapper, knar, Harpagon, knibbelaar,...

pin, griffioen, potschrapper, vrek, knar, Harpagon,...

lus, koord, lias, band, paternoster, lis, sieraad,...

band, zwachtel, windsel, gewrichtsband, slotband, pees,...

gording, scheut, sprenkel, zier, staak, halm, maïskolf,...

kracht, nerf, lichaamsdraad, zeen, prikkelgeleider,...

pees

zenuw, pees, harde pees

pees

pees

lor, prul, draad, schoonzuster, pees, metalen draad,...

vel, lid, neus, mond, tong, vlees, vet, kin, spier,...

achterste, oogappel, balk, aambeeld, roede, lid, hals,...

knieboog, pees, gewricht

sinus (wisk.), pees