Vergelijkbare woorden van het woord rondlopen zijn:
omwentelen, circuleren, omgaan, rouleren, rondlopen,...
leven, gebeuren, rondgaan, omlopen, lopen, omspringen,...
rondlopen, zwerven, slenteren, suffen, dralen,...
stoet, samenleving, optocht, processie, trans, omloop,...
rondlopen
planeren, rondlopen, tarten, lopen, dalveren, zweven,...
laveren, rondlopen, zwerven, slenteren, dobberen,...
spuien, verlaten, einden, ontromen, aflaten, afdalen,...
uitvaren, weggaan, vertrekken, wegtrekken, aflopen,...
drentelen, rondlopen, lopen
leven, wezen, ondernemen, lot, liggen, zijn,...
flaneren, fleren, lanteren, omdrentelen, omslenteren,...
rondlopen, rondslenteren
zwerven, spoken, omdwalen, omwaren, rondlopen, dwalen,...
dobberen, omdobberen, rondlopen, rondzwerven,...
slingeren, lanterfanten, glijden, slepen, traineren,...