Vergelijkbare woorden van het woord stotteren zijn:
aanbonzen, bonzen, horten, rammen, stoten, klotsen,...
pronselen, kladschilderen, morsen, stuntelen, konkelen,...
stromen, ontbreken, schiften, haken, hokken, falen,...
botsen, raken, opheffen, duwen, beuken, bonken, rammen,...
aanzetten, dringen, planten, prikken, pikeren,...
kukelen, kraaien, stotteren, rollebollen, rollen,...
kukelen, kraaien, stotteren, kieperen, draaien, vallen,...
botsen, knoeien, stoten, buitelen, stotteren, prutsen
knoeien, babbelen, kletsen, knutselen, femelen,...
broddelen, spreekbuis, afasie, slissen, hakkelen,...
inkepen, uitsnijden, uithakken, spraakgebrek, inkerven,...
spraakgebrek, hakkelen, stotteren, kekeren, psellisme,...
aansporen, duwen, aanstoten, stoten, wekken, poken,...
stamelen, stotteren
stuiten, hokken, stotteren, blijven steken, stoten,...
stotteren
volgende
1 2