aangaan, natuur, werkelijkheid, keet, geraas, lot, zin,...

rusten, opkweken, eindigen, inhouden, zwichten, storen,...

overblijven, overnachten, huisvesting verlenen,...

inrichten, huwen, nesten, nesse, paren, wonen, talmen,...

leven, logeren, nestelen, gevestigd zijn, tabernakelen,...

wonen, verblijven, huizen

leven, wonen, verblijven, boeleren, tabernakelen,...

achterblijven, resteren, aanhouden, duren, sterven,...

achterblijven, resteren, logeren, nablijven,...

overblijven, overschieten, blijven, overschotten,...

achterblijven, nog onaangezuiverd, overblijven,...

dralen, talmen, wachten, onthalen, laten wachten,...

wonen, zetelen, leven, logeren, verblijven

beiden, bewegen, banken, zich ophouden, letten,...