prut, drek, slijk, moddig, morsig, modderig, geniepig,...

vuil, goor, vals, ellendig, laag, gemeen, morsig, min,...

vuil, goor, grauw, morsig, onfris, smerig, groezelig,...

glad, zacht, lenig, buigzaam, smieg, kneedbaar, smeu,...

vettig

smerig, vet, vettig, tranig, onctueus

vettig, room bevattend

vettig

week, vettig, gezwollen

vettig, olieachtig, zalfachtig

glad, zacht, lenig, smijdig, vettig, smedig, soppig

bevlekt, kwijlerig, vettig

geweldig, spek, zwaar, talk, olie, dik, dronken, welig,...

lekker, lenig, buigzaam, smakelijk, sappig, saprijk,...

vlekkerig, vettig

lipoïde, glibberig, spekkig, vettig