lam

met, etalon, belhamel, lupus, rekel, los, dol, ezel,...

indolent, vast, stijf, lam, dood, stil, willoos,...

lam

os, buffel, bok, pink, schot, sik, kameel, dromedaris,...

onbewogen, pal, vast, bestendig, onverzettelijk, stijf,...

lam, garm, germ

op, lam, uitgeput, doodmoe, overspannen

slang, lam, kelk, kruis, vis, brood, wijn, ichtus

lekker, zat, geraakt, getroffen, lam, teut, tipsy,...

slap, lam, krachteloos

lam, beroerd, verbaasd, ellendig, bedrogen, belazerd,...

lam, duif

onverschillig, onbewogen, vast, kalm, stijf, lam,...

belhamel, hamel, lam, garm, ram, merino, muffeldier,...

laks, lusteloos, lui, loom, lam, krachteloos, futloos