taak, opdracht, verplichting, deun, moeilijkheid, dol,...

tegenwerken, verlegen, generen, storen, ophouden,...

negatieve vermogensbestanddelen, bezwaren, onera,...

arbeidsintensief, bezwaren, bezwaarlijk, taai,...

omslaan, uittrekken, schatten, calculeren, bedenken,...

aandringen, pressen, aansporen, opheffen, prangen,...

beknellen, bezwaren, knellen, nijpen, beangstigen,...

drukken, beknellen, bezorgd maken, alarmeren,...

lasten, klemming, drukken, drukkende last,...

lasten, staatsinkomsten, bezwaren, overheidsinkomsten,...

beladen, chargeren, bezwaren, opdragen, opzadelen

bezwaren

bezwaren

drukkend, penibel, lastig, pijnlijk, netelig, zwaar,...

bezwaren, onera (Latijn)

bemoeilijken, bezwaren, verzwaren