Vergelijkbare woorden van het woord gaan zijn:
tieren, opkomen, reüsseren, gaan, welvaren, slagen,...
treden, naderen, duren, omgaan, stromen, gaan, benen,...
gat, uitgaan, verwijderen, afwijken, afnokken, gaan,...
kosten, gaan, doorgaan voor, waard zijn, aangaan,...
vorderen, lopen, gaan, goed aanstappen, manoeuvreren
weggaan, uitvallen, gaan, oplossen, zwinden, ontkomen,...
starten, wijken, weggaan, gaan, decamperen, uitzeilen,...
gaan, stuwen, aandrijven, lopen, rukken
lopen, gaan, banen, wandelen, hoereren
aanbelangen, aangaan, belangen, raken, treffen,...
veranderen, aanbrengen, knutselen, herstellen,...
behoren, lijken, conveniëren, horen, reguleren,...
rotzooien, aanrommelen, rommelen, aanrotzooien,...
afnemen, achteruitgaan, ploertachtig, aflopen,...
strijken, wedstrijd, sterven, weggaan, vertrekken,...
weggaan, vertrekken, afreizen, verwijderen, heengaan,...
volgende
1 2