Vergelijkbare woorden van het woord gaan zijn:
lanceren, kogelen, paffen, vuren, smijten, knallen,...
ontrollen, afspelen, wedervaren, overkomen,...
verlangen, eisen, kosten, moeten, azen op, kunnen,...
willen, mogen, weten, bestaan, vermogen, prestatie,...
treden, pierewaaien, lopen, uitgaan, passen, benen,...
eindigen, afbreken, verplaatsen, opleveren, decamperen,...
dienst doen, draaien, werken, fungeren, gaan, lopen
wielrijden, karren, lichaamsoefening, rijden,...
gaan
opstuiven, opstijgen, opstaan, omhoogkomen, gaan,...
gebeuren, omgaan, wedervaren, overkomen, voorvallen,...
sturen, koersen, koers zetten, koersleggen, gaan,...
aanvangen, hem bejegenen, onderdrukken, zich begeven,...
volgende
1 2