aangaan, natuur, werkelijkheid, keet, geraas, lot, zin,...

ruisen, knetteren, ruizelen, knisteren, dierengeluiden,...

mieren, peuteren, plukken, jeuken, wemelen, krielen,...

wriemelen, krioelen, warrelen, fourmilleren, krielen,...

wriemelen, wemelen, krioelen, zwermen

motregenen, krioelen

krioelen

wemelen, krioelen

werpen, smoren, naaien, planten, doodgaan, pikeren,...

sluipen, flikflooien, vleien, flatteren, krioelen,...

bewegen, vertonen, samendrommen, fladderen, krielen,...