Vergelijkbare woorden van het woord schorten zijn:
tegenwerken, verlegen, generen, storen, ophouden,...
stromen, ontbreken, schiften, haken, hokken, falen,...
absent, haperen, missen, falen, defect, liegen,...
feilen, haperen, missen, ontbreken, tekortschieten,...
kaartspel, oplichten, draaien, bedriegen, onwaarheid,...
haperen, missen, ontbreken, falen, schelen,...
mankeren, ontlopen, verschillen, uiteenlopen,...